Deelnemers ontvangen GRATIS het nieuwe boek Door na de gevangenis. Recidive en terugkeer in de vrije samenleving van Jaap van Vliet.
(bijdrage uitgresproken tijdens dit congres)
Jaap A. van Vliet
In de overige Forensische Zorg, waaronder ik hier ook de reclassering schaar, hebben cliënten vaak relatief veel vrijheid om hun eigen tijd in te delen. Binnen forensisch beschermd begeleid wonen zijn cliënten vaak vele uren per dag niet in beeld bij de begeleiders, bij de reclassering zijn ze doorgaans vaak hele dagen niet in beeld. Hoe kun je als professional in een dergelijke situatie cliënten, die in een onvrijwillige positie contact met de professional moet onderhouden, ondersteunen bij het nakomen van afspraken en het werken aan een plan voor het opbouwen van een delictvrije toekomst? Want de belangrijkste doelen van dit werk zijn:
De aanpak van recidive vraagt van de professional te balanceren tussen zorg, veiligheid en autonomie, zoals dat ooit in onderzoek binnen de reclassering is vastgesteld; geen eenvoudige opgave binnen de mogelijkheden en beperkingen die het werk kent.
Binnen het forensisch beschermd begeleid wonen, waar ik afgelopen jaren heb gewerkt, heb ik ervaren dat professionals, die vermoeden (of zelfs constateren) dat hun cliënt zich niet aan afspraken houdt of, erger nog, zich bezig houdt met voortgezet crimineel handelen, het vaak moeilijk vinden dit met hun cliënt bespreekbaar te maken. Meerdere keren kreeg ik te horen: we zijn toch geen politie? De vrees bestaat dat de cliënt zal afhaken omdat de confrontatie wordt aangegaan en dat dit ten koste zal gaan van de samenwerking, de werkalliantie. De werkalliantie in het gedwongen kader verwijst ernaar, dat de interactie tussen cliënt en forensisch professional zodanig moet verlopen dat de cliënt in staat is het kader en de condities van diens traject voldoende te aanvaarden, dat de cliënt en de professional een voldoende werkbare samenwerking bereiken bij het werken aan de doelen en taken, alsmede dat zij voldoende binding en vertrouwen in elkaars inzet ontwikkelen om de doelen van het traject daadwerkelijk te realiseren.1 Er zijn verschillende theoretische concepten die aan de basis liggen van dit werk waar ik nu niet allemaal op in kan gaan; ik ga ervan uit dat de meesten van u kennis hebben van het R-N-R- en het GoodLives model en van theorieën met betrekking tot desistance en wellicht het boek ‘Werken in gedwongen kader’ op hun nachtkastje hebben liggen.2Maar het gesprek aangaan met een cliënt, wanneer deze voorwaarden, afspraken of regels overtreedt wordt niet alleen maar gemakkelijker wanneer je deze theoretische concepten kent. Niet alleen binnen forensisch beschermd wonen, ook bij de reclassering en elders is nogal eens sprake van handelingsverlegenheid, heb ik geconstateerd.
Dat een cliënt tracht regels en voorwaarden te overtreden is een realiteit en vaak zal de cliënt ontkennen dat hij fout bezig is. Ik denk aan de cliënt die geen werk heeft, maar die dagelijks geld als water uitgeeft. Als hij wordt geconfronteerd met de vraag waarmee hij bezig is antwoordt hij: “Zie je wel, je bent net als die andere zogenaamde hulpverleners, je vertrouwt mij niet!” Of de cliënt waar in de kamer een aantal splinternieuwe telefoons wordt aangetroffen en die zegt: “Daar heb ik niets mee te maken. Een vriend van mij heeft die hier gisteren laten liggen en hij neemt ze morgen weer mee.” Kun je hier genoegen mee nemen, het onbesproken laten?
Veel van dergelijke antwoorden zijn te interpreteren als een vorm van reactance, de natuurlijke reactie van iemand die zijn vrijheid, zijn autonomie bedreigd ziet. Het is een vorm van weerstand tegen inperking van handelingsvrijheid, tegen de ervaren lotscontrole en tegen subjectief beleefde dwang. Reactance doet zich voor als iemand wordt geconfronteerd met maatregelen of besluiten die de ervaring van diens vrijheid inperken. In de genoemde gevallen proberen de cliënten confrontaties en schuld te ontlopen door een façade op te houden en de gesprekken diffuus en vaag te houden ; we noemen deze vorm van reactance ‘strategische zelfpresentatie’. Maar dit gedrag onbesproken laten is niet verstandig. Want de cliënt zal uiteindelijk meer respect hebben voor de professional die zich niet laat afschepen en meer vertrouwen in anderen kunnen ontwikkelen. Het gaat hier in zekere zin om procedurele rechtvaardigheid. Hiermee wordt onder meer bedoeld dat er wordt geluisterd naar hen over wie gezag wordt uitgeoefend (en die dus in een afhankelijke positie verkeren) en dat zij daadwerkelijk ervaren dat hun rechten worden gerespecteerd. Dit geldt ook hun recht om geholpen te worden bij het opbouwen van een nieuwe, niet criminele toekomst, hoe lastig dit ook is.
Als professional wil je professioneel handelen en succes behalen, want dat wordt verwacht, niet alleen door jezelf, maar ook door je organisatie, door de subsidieverstrekker en door de professionele en geografische omgeving. Maar, ook als alles is geprobeerd, is niet altijd haalbaar wat je zou willen bereiken.
In een rede, uitgesproken bij de opening van het academisch jaar 2024-2025 van de Academie voor Geesteswetenschappen, sprak Andries Baart, emeritus hoogleraar Presentie en Zorg, over het thema ‘Het kunnen uithouden. De kracht van machteloosheid’.3 In de kern is zijn boodschap dat gedragsdeskundigen ons beloven dat mensen evidencebased, effectief geholpen kunnen worden. We kunnen inderdaad heel veel, stelt hij, maar het is ook nodig om na te denken over wat we niet kunnen, waar interventies en therapieën tekortschieten. Er is veel dat niet of maar ten dele lukt en waarbij de professional voor de keuze staat: je ontkent dit en trekt weer een therapie of interventie uit de kast, ofwel je erkent dit en zoekt een andere weg waarin een zekere vorm van ‘machteloosheid’ bestaat, maar vruchtbaar gemaakt wordt. ‘Machteloosheid kan vruchtbaar zijn als we kiezen voor een menselijke, bescheiden benadering’, stelt Baart. Hij noemt dit de ‘onmachtscompetentie’: het vermogen of de deskundigheid om, als je in probleemoplossende zin niets meer kunt doen, tóch betekenisvol te zijn voor degenen die hulp nodig hebben en hen niet te verlaten. Dat is welbeschouwd het vermogen niets te vermogen en toch niet uit elkaar te vallen en af te nokken. Er betekenisvol bij blijven is er de kern van, zoals: trouw vergezellen, belangstellend zijn en niet opgeven. Dus: blijf het gesprek aangaan, blijf het gesprek voeren!
1 Zie: A. Menger (2018). De werkalliantie in het gedwongen kader. Onderzocht bij het reclasseringstoezicht.
Uitgeverij Eburon; A. Sturm (2022). To be trusted. The role of the working alliance in probation supervision. Vrije Universiteit.
2 Zie ook in: A. Kepper, A. Biester, M. Zuurbier & J. Bosker (2024). Experiment Leger des Heils en Openbaar Ministerie Oost-Brabant. Betere begeleiding van reclassenten met multiproblematiek. Utrecht: Lectoraat Werken in Justitieel Kader, Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie.
3 A. Baart (2024). Het kunnen uithouden. De kracht van machteloosheid. academiegeesteswetenschappen.nl/artikel-het-kunnen-uithouden.
1 Zie: A. Menger (2018). De werkalliantie in het gedwongen kader. Onderzocht bij het reclasseringstoezicht.
Uitgeverij Eburon; A. Sturm (2022). To be trusted. The role of the working alliance in probation supervision. Vrije Universiteit.
2 Zie ook in: A. Kepper, A. Biester, M. Zuurbier & J. Bosker (2024). Experiment Leger des Heils en Openbaar Ministerie Oost-Brabant. Betere begeleiding van reclassenten met multiproblematiek. Utrecht: Lectoraat Werken in Justitieel Kader, Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie.